De meerderheid van de raad van 9 april bleef van mening dat er geen referendum moet komen over de tunnel en Carbasiusweg. GroenLinks neemt de uitspraak van Hoor- en Adviescommissie Bezwaarschriften (HAB) over de Poort van Hoorn wel serieus ! Het antwoord van de fractievoorzitter Samir Bashara is duidelijk.

Op 11 december 2012 was het nog ingewikkeld. Toen liepen een politieke en een technische discussie door elkaar. Van appels en peren, zeg maar. 

Een deel van de raad wilde een referendum over financiering van De Tunnel toestaan. Het ging namelijk over een enorm kostbaar project dat ná de laatste verkiezingsronde fundamenteel van vorm was veranderd, waardoor er een besluit lag "met wezenlijk nieuwe aspecten", zoals de HAB het formuleert. Een besluit waar dus géén rechtstreeks democratisch fiat van de kiezer meer op rustte.

Een ander deel van de raad wilde die politieke discussie niet voeren omdat een referendum in hun ogen téchnisch onmogelijk was vanwege Artikel 3, lid K. Een raadsmeerderheid onderkende de betreurenswaardige ongerijmdheid van deze verordening over burgerinspraak die burgerinspraak in de praktijk nagenoeg onmogelijk maakte... Men had dat graag anders gezien. Maar regels zijn regels. Het kón niet.

Maar wat bleek? Het kan wél. Ik citeer de belangrijkste paar zinnen uit het HAB-advies.
"De commissie is van oordeel dat in het bepaalde art. 3, lid k. geen grond gelegen kan zijn om het onderhavige verzoek tot het houden van een referendum af te (moeten) wijzen. (...)
Nimmer is een besluit genomen door de raad omtrent de financiering van het totale project Carbasiusweg. Hetzelfde geldt naar het inzicht van de commissie voor de eerder genomen raadsbesluiten met inbegrip van het zogeheten tracébesluit. (...) In de voorafgaande jaren is succesievelijk duidelijk geworden dat met het wegvallen van medefinanciers zoals Rijk, provincie NH en Prorail nagenoeg alle kosten voor rekening van de gemeente Hoorn zouden moeten komen. Een besluit over die kosten is niet eerder door de raad genomen. (...) Dit maakt dat het in de ogen van de commissie een besluit betreft met wezenlijk nieuwe aspecten. (...)
Gelet op de lange voorbereidingstijd van dit project, de wetenschap dat burgers van Hoorn nauw betrokken zijn bij dit project, de vèrstrekkende gevolgen en het feit dat binnen de gemeenteraad een alternatief plan voorhanden was dient de raad zich de vraag te stellen of volstaan (...) kan worden met een enkele publicatie van de agenda van de raadsvergadering. (...)
De commissie is (...) van oordeel dat een besluit waartegen bezwaar en beroep (...) openstaat behoort te rusten op een kenbare en dragende motivering. (...) Nu het beroep op art. 3, lid 2 onder k. (...) niet opgaat en voor het overige de dragende motivering ontbreekt, zijn de bezwaren tegen het besluit terecht voorgesteld."
Was getekend, de HAB.

De regels stonden kennelijk toch niet in de weg. En dat veranderde de zaak. Zeker in het licht van de op 11 december ingenomen stellingen. Ik citeer een tweetal collega's die destijds tegen het referendum waren:

Collega 1
"Het gaat er niet om of men voor of tegen een referendum is, maar het verzoek moet getoetst worden aan de regels. (...) De raad zou zich toch moeten houden aan zijn eigen regels."

Collega 2
"Er is in het verleden voor gekozen een referendumverordening te maken en men zal ieder verzoek langs die meetlat moeten leggen."
"Terughoudend", is deze collega geweest in het doen van "politieke uitspraken (...) omdat in de kern een politieke uitspraak in feite al vastgelegd ligt in de verordening."
"Het mag helder zijn dat het lastig is (...) dat je een burger een instrument geeft, dat je verwachtingen wekt en dat je vervolgens formeel moet zeggen dat het hier ophoudt. Maar het is wel zo."

Maar, goed nieuws voor deze collega's: het is NIET zo. Daar is de HAB bijzonder duidelijk in. En dat orgaan hebben wij niet voor niets. De Hoornse HAB is bovendien een kwalitatief buitengewoon zwaar bemande HAB, met door de wol geverfde zaakbeoordelaars. Laten wij daarom ook beseffen dat de kans groot is dat de bestuursrechter dezelfde uitspraak zal doen als deze HAB. Willen wij het daarop laten aankomen? Willen wij dit najaar nóg een keer deze discussie voeren, als gevolg van een bestuursrechterlijke uitspraak? Kan onze geloofwaardigheid dat aan?

GroenLinks dacht en denkt van niet. En dat liet ons vanavond, 9 april,  achter met twee opties:
OF we nemen onze burgers en onze HAB serieus en spreken ons nu uit vóór voortzetting van het ingezette traject dat zou kunnen leiden tot het referendum;
OF wij doen dat niet, blijven bij het oude standpunt op basis van een argumentatie die geen hout snijdt óf op een op stel en sprong veránderde argumentatie, en maken onszelf daarmee betrekkelijk ongeloofwaardig.

En dat zou pijnlijk zijn. Want zoals ook de insprekers vandaag ( Maartje Brandt en Marian Vleerlaag ) stelden: deze stad ís van haar burgers. Burgers die zich beroepen op fundamenteel gewijzigde omstandigheden sinds de vorige verkiezingen. Burgers die vragen om een referendum waarvan wij de uitslag nota bene niet eens verplicht zijn over te nemen. Burgers die, zoals de HAB ook benadrukt, precies dátgene hebben gedaan wat zij redelijkerwijs konden binnen de kaders van onze éigen verordening.

Toch is die keuze gemaakt. Een keuze op basis van politieke motieven die belangrijker (b)lijken te worden gevonden dan het hononeren van dit (o.i. legitieme) verzoek tot volksraadpleging.

Dat betreuren wij. Zeer.

Samir Bashara,
Fractievoorzitter GroenLinks Hoorn