Wordt iemand uit z’n huurhuis gezet omdat er wiet is geteeld, dan krijgt hij of zij de komende tien jaar geen sociale huurwoning meer. Dat stond afgelopen week in het NHD. GroenLinks vindt dat onaanvaardbaar. ‘De strafmaat is volgens ons buiten proportioneel,’ schrijft fractievoorzitter Roy Drommel.
Naar aanleiding van het krantenbericht stuurde fractievoorzitter Roy Drommel, namens de fractie, artikel 36-vragen aan het college van burgemeester en wethouders.
‘Er zijn meerdere gevallen bij ons bekend van mensen die onder ernstige bedreiging gedwongen werden om in hun huis wiet te kweken,’ schrijft hij. Ook zij worden uit hun huurhuis gezet als de plantage in huis wordt ontdekt en de komende tien jaar komen ze niet meer in aanmerking voor een sociale huurwoning, ook niet bij andere woningbouwverenigingen.
‘Natuurlijk zijn we niet blind voor de gevaren die spelen bij illegale wietteelt, en de negatieve gevolgen daarvan,’ schrijft Roy. ‘Maar dit is niet de manier om dat aan te pakken. Het ligt voor de hand dat het juist tot meer crimineel gedrag leidt.’
Zo'n grote beslissing zou volgens GroenLinks via het strafrecht moeten lopen. Roy: 'Als er een rechter naar kijkt, kan de straf van geval tot geval worden bepaald. Als verdachte krijg je dan een eerlijk proces. Via het burgerlijk recht is het eenvoudiger om 'straffen' op te leggen, maar wat ons betreft is de rechtvaardigheid ernstig in het geding.'
In de brief vraagt GroenLinks aan het college:
- Klopt de informatie in het artikel in het NHD?
- Bent u het met ons eens dat het een zeer ongewenste situatie is?
- Hebben we als gemeente invloed op het beleid van de woningbouwverenigingen op dit gebied?
- Kunnen we er als gemeente voor zorgen dat mensen veel eerder dan pas na tien jaar, toch ergens kunnen wonen? (Niet: logeren bij vrienden of familie, zoals nu gebeurt, of via een kostbare plek in de dagopvang.)
- Hoeveel mensen betreft het in Hoorn? Hoeveel daarvan zijn kinderen die van het handelen van hun ouders de dupe zijn?