GroenLinks opent de 2e termijn kadernota met de volgende citaat van Aristoteles:
* Plato heb ik lief, maar de waarheid heb ik liever
om tenslotte te eindigen met Socrates:
* Acht niet hen hoog die al uw woorden en daden prijzen, maar hen die u welgemeend op uw fouten wijzen.

Ik ben in mijn eerste termijn niet meer toegekomen aan een collegiaal compliment aan zowel college als ambtelijke organisatie voor het schrijven van deze kadernota. Er is veel en goed werk aan geleverd.
Ik hoop dan ook dat u het mij niet óncollegiaal duidt wanneer ik niettemin een paar zeer kritische noten kraak, onder het motto van Aristoteles:

"Plato heb ik lief, maar de waarheid heb ik liever."

Want voorzitter, wij worden heel moe van het gegoochel met labeltjes voor gemeentelijke middelen. De gemeente heeft inkomsten en de gemeente heeft uitgaven. Punt. Wij labelen de parkeerinkomsten zélf als zodanig. Beweren dat het daarmee iets fundamenteel anders is geworden dan 'gewone' middelen, heeft te veel weg van een rookgordijn richting de burger. Geld is geld.
Topprioriteiten staan voor dit college gewoon buiten de discussie, ongeacht hoezeer perspectieven verslechteren. Het lijkt nooit een optie te worden er écht kritisch naar te kijken. Dat is onverstandig, onredelijk en onverantwoord.

Dan enkele inhoudelijke kwesties:

* Cultuur kan blijkbaar ook met minder toe, aldus dhr. Louwman. Refererend aan de stadsfeesten. Nou, met moeite. De stelling was bovendien dat de rek eruit is. Het gaat ons dus om nog verdere bezuinigingen. Het ging ons overigens duidelijk niet alleen om cultuur, maar om het gehele sociaal-culturele domein.

* Dan de kansenkaart. Daarin zitten al mogelijkheden voor duurzame ontwikkelingen, stelt dhr. Ruppert. Dat is mooi, maar wij zullen t.z.t. zeer kritisch kijken in hoeverre dat voldoende is om een dergelijk greep uit het duurzaamheidsfonds te verantwoorden. En dat moet dan echt een heel stevig verhaal zijn. Duurzaamheid = economie.

* Wij handhaven de motie leegstand, mnr. Ruppert omdat wij het echt van belang vinden dat de raad zich zélf uitspreekt voor het belang van al de onderdelen waar wij in het rapport om vragen, inclusief de tijdsurgentie die eraan vast zit. Als het inderdaad klopt dat u daaraan zult gaan voldoen, dan geef ik u daar vooraf alvast mijn complimenten voor, wethouder.

* Dan nog een punt dat in onze eerste termijn niet aan bod is gekomen, en dat betreft het voornemen van dit college / deze wethouder om uitkeringsfraude harder te gaan bestraffen, in de hoop daarmee een préventieve werking te bewerkstelligen. Iedereen die het wíl weten, weet dat hard straffen veel doet (vooral kosten), maar dat het vrijwel nooit preventief werkt. Nu is zojuist naar buiten gekomen dat in de gemeente Amsterdam een initiatief is gestart om op alternatieve wijze tot fraudepreventie te komen. Door betere communicatie. Door aanvraagtoetsing vóoraf ipv achteraf. Enz. Wij zouden u en uw ambtenaren met klem willen adviseren om dat initiatief goed in de gaten te houden, omdat wij denken dat hun benadering een stuk meer zoden aan de dijk zal zetten.

Concluderend zijn wij op fundamentele punten ontevreden over deze kadernota en dan in het bijzonder de toekomstbestendigheid ervan. Daar hebben wij volgens ons, tezamen met enkele andere fracties ook de nodige goede argumenten voor gegeven.
Wij moeten echter helaas constateren dat een  deel van de coalitie desondanks tot op heden eigenlijk nog steeds alleen maar applaudisseert.
Gelukkig begint een deel inmiddels ook kritischer te worden. Vooral op het gebied van de duurzaamheid van het financieel beleid en de mate waarin het college in beweging blijft. Dat is een duidelijk signaal aan het adres van dit college. En in dit kader citeer ik tot slot graag Socrates, die ooit zei:

"Acht niet hen hoog die al uw woorden en daden prijzen, maar hen die u welgemeend op uw fouten wijzen."